AMS Bureau

Klantenservice

AMS KRANT

Overheidsbeleid sluit niet aan bij woonwensen

De overheid zet in op het bouwen van vooral kleinere appartementen in stedelijk gebied. Dit sluit niet aan bij de wensen van actieve woningzoekenden. De meesten, waaronder ook jonge starters, willen het liefst een eengezinswoning in een groene omgeving. Het woonwensenonderzoek WoOn21 van het ministerie van Binnenlandse Zaken botst met de beleidskeuzes, zo blijkt uit het onderzoek ‘zo willen Nederlanders wonen’ door Friso de Zeeuw en Geurt Keers: beeldvorming en realiteit, in opdracht van brancheverenigingen WoningBouwers.nl en Neprom.

Het overheidsbeleid dat zich richt op de wensen van woningzoekenden druist dus eigenlijk in tegen de wensen van deze woningzoekenden. In een vergelijkbaar onderzoek WoOn18, dat dus in 2018 verscheen, was dit ook al het geval; grote verschillen tussen de woonwensen en de feitelijke invulling ervan. Makelaarskantoor Brockhoff schreef naar aanleiding hiervan een open brief aan premier Rutte, waar ook duidelijk werd dat het overheidsbeleid haaks staat op de realiteit. (brief staat ook op deze site)

Volgens de onderzoekers zijn er vier hardnekkige misverstanden,

1: Ouderen zouden het liefst kleiner willen gaan wonen, daardoor wordt het bouwen van seniorenwoningen als een snelle oplossing gezien voor deze groep. Het blijkt echter dat deze groep tevreden is met hun huidige woonsituatie.

2: Men denkt dat ouderen, wanneer zij naar appartementen in de binnensteden verhuizen, zij voldoende woningen achterlaten om aan de vraag van gezinnen te voldoen. Dat is dus niet het geval. Uit het onderzoek blijkt dat de senioren het prima naar hun zin hebben in hun huidige woning en dus niet willen verkassen.

3: Starters willen in goedkope appartementen in de stad wonen, terwijl blijkt dat zij de voorkeur hebben voor een eengezinswoning in een groene omgeving. Vandaar de grote vraag naar nieuw te bouwen eengezinswoningen.

4: De overheid zet in op 70% betaalbare en middeldure woningen. Wellicht ontstaat hierdoor een overschot aan dit type woningen. De optimale doorstroming wordt bereikt door een woningbouwprogramma van 25% goedkoop, 35% middelduur en 40% duur en dat in de gewenste woningtypen en woonmilieus.

De nadruk bij het overheidsbeleid ligt voornamelijk op aantallen, terwijl de doorstroming beter bevorderd kan worden door te luisteren naar de wensen van de woningzoekenden. Minister de Jonge en de Tweede Kamer zijn op de hoogte gesteld van het rapport en de bevindingen.

‘Een doel zonder plan, is slechts een wens’.

Meer nieuws van de redactie