Per 1 januari 2023 wordt de verhuurderheffing afgeschaft. De lasten voor corporaties worden hierdoor structureel verlaagd met 1,7 miljard euro per jaar. Dit geeft de corporaties extra investeringsruimte waardoor ze de totale investeringsopgave van 119 miljard euro voor de periode 2022-203 kunnen realiseren. Er zijn Nationale Prestatieafspraken gemaakt over de verdubbeling van de productie van sociale huurwoningen (62 miljard), vergaande verduurzaming van meer dan 675.000 woningen (46 miljard) en een verplichte huurverlaging voor de laagste inkomens (11 miljard). Daarnaast wordt er ook geïnvesteerd in woningverbetering en het aanpakken van vocht- en schimmelproblemen.
“We staan voor grote uitdagingen die we alleen met elkaar kunnen aanpakken. Door het afschaffen van de verhuurderheffing krijgen woningcorporaties meer investeringsruimte om te kunnen doen waarvoor ze zijn opgericht: meer nieuwe betaalbare woningen bouwen, versnelde verduurzaming van de woningvoorraad en zorgen voor lagere woonlasten”. Aldus minister Hugo de Jonge.
Corporaties zullen het bouwtempo flink moeten opschroeven; van circa 15.000 naar bijna 30.000 woningen richting 2030. Het doel is dat corporaties 250.000 sociale huurwoningen gaan bouwen in de periode 2022-2030. Daarnaast nog tot en met 2030 circa 50.000 middenhuurwoningen realiseren, met een prijs tussen 850-1000 euro. Er zullen zogeheten regionale woondeals worden opgesteld, zodat per gemeente duidelijk wordt hoeveel sociale huurwoningen en hoeveel middenhuurwoningen corporaties gaan bouwen. De gemeenten gaan eind 2022 bekend maken waar deze woningen zullen gaan komen.
Er zullen ook lagere woonlasten voor sociale huur komen, een vergaande verduurzaming van meer dan 675.000 woningen, isoleren en aardgasvrij maken, waarbij woningen met een E-F of G-label voorrang krijgen. Na deze maatregelen voor verduurzaming is afgesproken dat zij, dankzij een beter energielabel, geen huurverhoging krijgen.
